In mijn bloed

Gisteren kwam deze blog weer in mijn hoofd. 4-2 de geboortedag van Mama en daarom vierden we dit. Op de begraafplaats dat wel. Maar met zelfgemaakte stroopwafelcake en we mochten het kruisje plaatsen. Wat een verrassing dat er opeens wel een grafsteen stond. Zo zie je.. mama zal niet vergeten worden!

In mei 2022 schreef ik: Zo… mijn werkdag zit er bijna op. Het is nu 22.00. Vanochtend om 7 uur begon mijn dag en nu plof ik neer. Of eigenlijk mijn 2 werkdagen, want ik combineer 2 super leuke banen. Systeemtherapeut bij het CJG en gezinshuisouder van een aantal leuke, lieve, lastige en aanhankelijke kinderen.

Na het eten liep ik samen met Annie, we lieten samen de hond uit. Ondertussen had ze het liedje in haar hoofd van Snelle; het zit in mijn bloed. Dat lied dat blijft hangen, maar voor haar nog meer.

Inge.. vind jij jezelf een held? Ik; nee.. jij? Vind jij jezelf een held? Nee.

Annie: ‘lijk ik op jou? Of jij op mij?’ Ik loop rustig door, soms wacht ik met een antwoord omdat ik geen antwoord heb. Want tja.. lijk jij op mij of ik op jou? Maar daar komt de volgende vraag alweer: Inge vind je het niet raar dat ik jou geen mama noem?

Nee hoor meid, ik ben voor jou gewoon Inge. ‘Ja maar jij bent wel mijn mama dus ik vind ook dat ik jou wel mama kan noemen.’ Tja.. dat mag maar hoeft niet hoor, je hebt je eigen mama.

Ja dat zegt Marc ook altijd; biologisch gezien ben jij niet mijn mama. Maar dat vind ik stom, want jij bent gewoon mijn mama. Maar ik zeg het niet. En ja dan vraag ik me af waarom zeg ik dat niet. Want ik voel het wel zo, of denk je dat het anders is?

We lopen rustig verder… de hond zorgt voor wat afleiding. Soms is dat gelukkig maar. We komen een bekende tegen die voor Annie een bordje voor het graf van haar moeder wil maken. Het bordje is eraf en nadat we vorig weekend bij het graf stonden vonden we het zo kaal. ‘De naam van mijn moeder staat er niet eens meer op.’

Weet je Annie; jij hebt je eigen mama en het is aan jou wat jij wil. Je mag mama zeggen, maar ik vind Inge helemaal goed en fijn en prima. Kan ook wel soms raar zijn he dat ik dan jou mama misschien ben? Weet je wat ik stom vind Inge? Dan zeg ik Inge en dan zegt Dylano opeens ook Inge, terwijl hij ook altijd mama zegt. Ik geef aan: dat snap ik wel. Dylano heeft een eigen mama en van mij hoeft hij ook geen mama te zeggen.

Ja maar als J&J dat zouden doen is het wel raar. Zij wonen als zo lang bij jou en jij bent voor hun echt wel hun mama. Dat klopt, zij wonen al zo lang bij ons dat zij misschien dat ook wel zo voelen.

Nou weet je wat: ik zeg tegen anderen gewoon dat jij mijn mama ben. Maar vind je het niet erg als ik soms misschien dan per ongeluk ook mama tegen jou zeg? Dan bedoel ik het goed..

Helemaal goed hoor.. voor mij maakt het niet uit. Jij bent jij, ik ben ik. En jij mag hier wonen en ik wil voor je zorgen.

Vervolgens zitten we 1,5 uur later in de auto. We kletsen zo wat af, ik denk nog wat na. Want wat wil ze eigenlijk zeggen met haar vragen? Waar heeft zij behoefte aan? Waar ligt haar wens?

Dan bedenk ik me opeens, ik kan jou ook vragen stellen om jou beter te begrijpen. Annie wil je dat ik jou dochter noem? Vind je dat raar, fijn of hoe is dat? Ik heb daar nooit over na gedacht.. maar misschien wil jij wel gewoon dat ik tegen anderen zeg; ‘dit is mijn dochter’.  Ze lacht wat ongemakkelijk, en zegt.. ja eigenlijk wel. Ik zou dat wel fijn vinden. Mijn echte mama kan dat niet meer zeggen. Zij is er gewoon niet, dus van wie ben ik dan een dochter?

Wil je dan dat ik zeg dat ik je oudste dochter ben? Ja eigenlijk wel.. maar dat kan ook niet he.. Als M. komt is zij de oudste. Dat klopt, maar wat denk je dat zij er van zou vinden? ‘ Zij vind het wel oké.. ze vertelde mij dat ze jou geen mama ging noemen. Weet je waarom? Zij heeft gewoon haar eigen ouders en daarom noemt ze jou geen mama. dat snap ik wel van haar’.

Spontaan rijden we nog even langs de woongroep van M. Na een uurtje thee drinken, kletsen en de groep te hebben bekeken nemen we afscheid. Annie wil weg gaan, en geeft M. een hand. Zegt M: doen we dat zo als nieuwe zussen? Geven we elkaar geen knuffel bij afscheid dan? Annie bedenkt zich geen moment, geeft M. een dikke knuffel. Vervolgens stapt M. op mij af en ook ik krijg een dikke knuffel. Want weet je.. het maakt niet uit; ik heb je al in je hart gesloten voordat je bij ons woont. En daar past een dikke knuffel bij.

Annie was trouwens over 1 ding het wel eens.; ‘Ik ga vanaf nu Marc wel vaderrrrttt noemen.. dat is gewoon lachen’

Zo zie je maar weer.. :

Het kon bij ons ook nooit eens normaal gaan, maar wat is normaal?

Hoe ouder ik word, hoe beter ik begrijp dat mijn ouders geen helden zijn maar lijken op mij.

Ze doen net alsof, ze bedoelen het goed.

Maar waar de tijd niets aan veranderd, is wat er zit in m’n bloed

In overleg met Annie deze foto en tekst mogen plaatsen.